Weer wat geleerd - Food & the Working Class 2.0 #IFT12
Vandaag op de IFT 2012 ben ik stiekem binnengelopen bij een
lezing over productinnovatie en consumenten inzichten. Productinnovaties en
technologie is mijn vak, maar consumenten inzicht zeker niet. Ik ben blij om met toppers zoals Jan Peter, Edwin en Lotte te kunnen werken, maar ben nooit te oud om te leren dunkt me ;-). Dit is daarom een
poging om een stukje te schrijven over een onderwerp waar ik eigenlijk geen
verstand van heb. Het gaat over "the working class".
2. Trust only real people.
De lezing vandaag, was van een bigfood company (ik ga niet
vertellen welke) en ging over de vraag hoe producten te introduceren voor ‘de
working class’ van Amerika. Ongeveer 45 miljoen huishouders in de USA behoren tot deze
categorie -die niet verward mag worden met ‘de middle class’- en ongeveer 1/3 van de Amerikanen behoort tot deze
categorie.
Dit bigfood bedrijf heeft een intern project genaamd
“Project Levi” afgerond. Doelstelling van Project Levi was om te achterhalen hoe de working class omging
met voedsel, en de inzichten zijn gebruikt om nieuwe producten te ontwikkelen en te lanceren. De
inzichten zijn voor een ervaren marketeer vast niet nieuw, maar voor mij wel. Ik
heb flink zitten meetwitteren en schrijven, maar denk de essentie begrepen te
hebben. Dit zijn de zes onderwerpen:
1. Trust inner circle, blood is thicker dan water.
De workingclass vertrouwt heftig op een kleine groep mensen.
De kerk, de familie en een hechte groep vrienden. Deze groep doet heel veel
voor elkaar. “Geven” is daarbij een belangrijke emotie. De workingclass heeft
weinig, maar deelt veel meer onderling dan de middle class. Ook is de familie band veel sterker. Onderdeel zijn van de groep
is ronduit een goede "verzekering".
2. Trust only real people.
De workingclass vertouwt alleen echte mensen die ze kennen.
Instituties en overheden zijn te anoniem, en worden daarom niet vertrouwd. Dit punt
hangt natuurlijk nauw samen met punt 1. Social media –met name facebook- is
inmiddels wel heel belangrijk voor de working class. Zie ook to be able to dream. Overigens infiltreren bedrijven inmiddels via social media in deze inner cirkel, ik hoorde vandaag van een andere bedrijf dat ze een speciale war room hebben hiervoor.
3. Good moments in life do cost not much.
Samen eten met de familie. Gaan sporten of spelletjes
spelen. Allemaal activiteiten die geen geld kosten. Deze ‘gratis’ activiteiten
worden natuurlijk met echte mensen uit de inner circle gedaan. Veel eten en
herkenbaar eten met elkaar dus.
4. Good health means to be able to do your job.
Dit vond ik een verrassend punt. De workingclass wil niet
gezonder of fitter worden. De workingclass wil gezond genoeg zijn en blijven om
hun werkt voldoende te kunnen blijven uitvoeren. Mooi of fit zijn, zijn geen
doelen dus. Verder vertrouwen ze op het ‘eigen gevoel in het eigen lijf’.
5. They know the price very well.
De workingclass is heel prijsbewust, kent de prijzen van
voedsel uit hun hoofd, maar koopt ondertussen wel de goedkopere A-merken.
Waarom? They deserve to feel normal. Tegelijkertijd wordt er risk-free gekocht. "Dat wat door de inner-circle wordt aanbevolen zal wel goed zijn". Merken spelen een rol om risico-vrij te kunnen kopen en om even "normaal" te zijn.
6. Entertainment is key; to be able to dream too.
Entertainment is de manier om te vluchten uit het dagelijkse
leven. Een dagje Disney World per jaar hoort daarbij, maar ook samen
romantiseren over een beter leven. Facebook, internet en TV zijn de manieren om
te vluchten in een droom. TV kijken doe je samen, en Facebook is er om de
hechtheid van ‘the inner circle’ te versterken. Lekker voedsel is voedsel dat
herkend wordt en dat ook de ‘standaard’ is van de inner cirkel.
Dit big food bedrijf heeft dit vertaald in twee ontwikkel richtingen:
1. Let them feel full: Producten die erg goedkoop zijn en 'vullen' zonder teveel calorieën.
2. Kick it up: Dit zijn gemaksproducten waarmee je simpele happen net iets 'extra's' kunt geven.
Dit big food bedrijf heeft dit vertaald in twee ontwikkel richtingen:
1. Let them feel full: Producten die erg goedkoop zijn en 'vullen' zonder teveel calorieën.
2. Kick it up: Dit zijn gemaksproducten waarmee je simpele happen net iets 'extra's' kunt geven.
In dit stukje staan een paar reclame filmpjes waarin deze inzichten
duidelijk ook gebruikt zijn. Het gaat om een reclame van KFC (overigens niet het
bigfood bedrijf waar ik in dit item naar verwijs) en eentje van Chrysler. De
KFC reclame maakt briljant gebruikt van het vertrouwen van de familie, het
hebben van een groot hard, en natuurlijk het geprogrammeerde smaak en
merkvertrouwen. De Chrysler reclame laat een bekende American foodball player -Ndamukong Suh- zien die ondanks zijn succes, nederig is en blijft t.a.v. zijn familie en
afkomst.
Zijn dit nu typische Amerikaanse reclames? Of klopt de
typologie van ‘de working class’ ook met die van de Nederlandse ‘gewone man’? Ik denk dat er veel overeenkomsten zijn.
In Nederland wordt soms gediscussieerd over kindermarketing
en of dit niet verboden zou moeten worden. Na het zien van zoveel
geraffineerdheid heb ik medelijden gekregen met ‘the working class’. Jaap Seidell heeft helemaal gelijk. Het is een vreselijk oneerlijke strijd die wordt
gevoerd. De budgeten voor public health zijn te laag t.o.v. de reclame budgeten van de big-food bedrijven (zie ppt). Dit bigfood bedrijf gebruikte het woord empathie om
hun gedrag richting hun klanten te beschrijven. Ik noem het geraffineerde ‘framing’.
Ik ben blij dat Jaap Seidell weer voor een paar jaar JOGG financiering heeft, en tevens stel ik vast dat bij het GF Bureau er weer een paar miljoen over de balk wordt gegooid met een in mijn ogen zwakke campagne. Om somber van
te worden. Bigfood is heel slim en geraffineerd bezig. Te slim.
Ze moeten zich wel richten op de 'working class' want ze zijn de middle class uit het systeem aan het verwijderen. Het toont meteen de laatste stuiptrekkingen van big(food)
BeantwoordenVerwijderenWat ik fascinerend vond, is dat het ging over mensen en hoe je individuele mensen kan raken. Heel anders dan de food revolution in Nederland waar een elite nog steeds weet te denken wat goed voor ons is (namelijk duurzaam en lokaal en biologisch). Allerlei convenanten, goed bedoelde projecten van NGO's en ministeries, en communicatie initieven ten spijt. In Nederland is het denken in de maakbare samenleving en dominee gedrag nog sterk aanwezig. Twee jaar geleden schreef ik over grand-designs, en dat deze niet bestaan. Lijkt me ook relevant in deze context. Terug naar dit Bigfood bedrijf en de working class, ja ze moeten wel, dat denk ik ook. Maar ze hebben op mij wel indruk gemaakt; dit bigfood bedrijf probeert hun doelgroep wel heel goed te snappen en producten te leveren die bij hen past. Is dat niet een klassieke vorm van consument gestuurd ontwerpen? En stel dat we daar een waardeoordeel over zouden moeten geven? Is dat dan goed of fout? Zelf denk ik dat er niet veel mis mee is. Beter dan het maakbaarheidsdenken vanuit de ivorentoren, regenten of dominee gedrag.
BeantwoordenVerwijderenGeweldige blog Wouter: nog steeds het Amerika als in Mad Man! Typisch Amerikaans dus als je het mij vraagt; Amerika is gebouwd door de working class, het is hun fundament, kracht, in ieder geval ontleent de Amerikaan zijn identiteit eraan. En zijn ze op een bep. manier anti-intellectueel. In Europa is dat anders, Nederland (R'dam?) zit wel het dichtst tegen de Amerikaanse samenleving aan denk ik. En het andere aspect van Amerika is de rol vd staat die meer economisch-liberaal dan sociaal is. Dus de mensen worden meer aan hun lot overgelaten en zorgen daardoor meer voor elkaar - social values in de community/family. Tenminste, als je niet buiten het systeem of de family valt, die raken nl geïsoleerd en heeeel dik. Misschien omdat dan de marketing van dit soort bedrijven verwoestend wordt....?
BeantwoordenVerwijderenMaar die marketing op zich is subliem, wat je beschrijft is net zo strak als Apple het doet eigenlijk: niet het wat, niet het hoe, maar het waarom. Geweldige KFC reclame overigens...
@Liesbeth, ik heb als persoon veel meer met dit type liberaal dan ons Nederlandse 'sociale' model. Volgens mij is 'zorgen voor elkaar' binnen kleine communities juist veel socialer dan 'zorgen' via een overheid. En empathische en financieel beter. Ik besef overigens heel erg goed dat hiermee mijn 'groenrechts' politieke voorkeur doorklinkt en ik daar wellicht zelfs een minderheid in ben.
BeantwoordenVerwijderenWouter, altijd grimmig ontroerend wanneer de working (of the chattering-) class als kannonnenvoer gebruikt wordt, of zich daartoe laat gebruiken. Randy Newman zong het al zo mooi:
BeantwoordenVerwijderenWe've taken all you've given
But it's gettin' hard to make a livin'
Mr. President have pity on the working man
We're not asking you to love us
You may place yourself high above us
Mr. President have pity on the working man
I know it may sound funny
But people ev'ry where are runnin' out of money
We just can't make it by ourself
It is cold and the wind is blowing
We need something to keep us gong
Mr. President have pity on the working man
Maybe you've cheated
Maybe you've lied
Maybe you have finally lost your mind
Maybe you're only thinking 'bout yourself
Too late to run. Too late to cry now
The time has come for us to say good-bye now
Mr. President have pity on the working man
Mr. President have pity on the working man
Ik zit op de groenrechtse lijn van Wouter. Milieubewust, Kracht van kleine gemeenschappen, dat idee. Juist daarom is de urbanisatietrend (gaande en aanstaande) er een die nieuwe vragen stelt. Want er is een forse tegenstelling tussen "kleine gemeenschappen" en "big cities". Bij het thema "food" speelt dit nog sterker, want "local food" en "big cities" gaat ook al moeilijk samen. Tenzij je denkt dat stadsmensen en masse groente op het dak gaan verbouwen en sojaplanten in de vensterbank.
BeantwoordenVerwijderen