Over holle woorden (hygienic factors), de middleman, de dating analogie en ideeën (part 1)
Afgelopen woensdagmiddag kreeg ik 15 minuten (sorry het werden er 30 ;-) waarbij ik het FME
AgroFood congres mocht afsluiten. Ik mocht wat prikkelen, en heb dat natuurlijk ook gedaan (zie mijn presentatie op slideshare). De hele dag hoorde ik woorden als ‘samenwerken’, ‘roadmap’ en ‘duurzaamheid’. En om eerlijk te zijn, ik heb al lang heel veel moeite met dit type holle woorden. Waarom noem ik ze ‘hol’? Omdat je er bijna niet tegen kunt zijn. Ik ken niemand die anti-samenwerking is of anti-duurzaamheid of anti-visie. Deze woorden horen daarom bij de categorie braaftaal, je kunt er immers niet tegen zijn en ze kloppen altijd. En omdat ze kloppen kan je ze maar beter niet gebruiken. Je zegt met deze woorden immers niks concreets. In mijn derde slide heb ik ze daarom maar gelijke tot verboden woorden verklaard.Op dit blog schrijf ik inmiddels al jaren over innovatiemanagement. De meeste onderwerpen heb ik inmiddels wel behandeld en veel nieuwe onderwerpen zal ik niet meer posten. Toch ga ik nog een paar stukjes schrijven rondom dit thema. Waar het schip gaat stranden weet ik nog niet. Ik ben van plan het hoe dan ook te gaan hebben over de dating-analogie, over de toekomst van de middleman en ik zal nog eens wat tijd besteden aan het proces van idee tot markt (in tegenstelling van fundamenteel onderzoek tot markt).
De dating-analogie is recent heel fraai beschreven door Marten Blankesteijn (mede-oprichter van Blende). Ik gebruik deze analogie al een jaar of tien graag om te illustreren hoe je samenwerkingen opzet. Het woord ‘samenwerking’ is voor mij dus een verboden woord (later in een ander stukje hier meer over), maar de dating-analogie gaat wel over de vraag hoe je een samenwerking het beste kunt vormgeven. Stapje voor stapje is het antwoord natuurlijk.
Eerst maar even over het woord “samenwerking”. Op de vraag “wil je samenwerken” antwoord ik zelf altijd positief, maar tevens geef ik een tegenvraag “wat bedoel je met samenwerken?” Je hebt namelijk verschillende soorten van samenwerking. Je kunt een klant-opdrachtgever relatie hebben (in verschillende grijstinten), je kunt een open-innovatie samenwerking hebben (gelijk investeren, maar dan ook gelijk renderen) waarbij gelijkwaardigheid in de partnerschip van groot belang is. Ook kan je een investeringsrelatie hebben (denk aan financieel of strategisch). Tenslotte zou je kunnen zeggen dat een manager een samenwerking heeft met zijn medewerkers (die huurt dan defacto de tijd en creativiteit in van zijn medewerker en deze wordt vergoed in de vorm van een maandsalaris).
Omdat er dus vele manieren zijn om te samenwerken, is het woord ‘samenwerking’ an-sich dus een woord is waar je niet zoveel aan hebt. De vraag is altijd HOE gaat de samenwerking eruit zien. Eigenlijk is dit een klassiek ontwerp-vraagstuk, en als je dat inziet, dan kan het snel verlopen, dan is een concrete samenwerking snel vormgegeven. In essentie gaat het in dit proces alleen maar om ‘onderling vertrouwen’ en de vraag ‘waar zit de toegevoegde waarde voor elk van de partijen’. En vertrouwen kweken is iets wat tijd kost. Vandaar dat ik de datinganalogie zou sprekend vind. Veel leesplezier:
Het meisje kwam opeens naar óns toe (NRC-NEXT)
Het vinden van investeerders is net zoiets als het verleiden van vrouwen. Je moet op het juiste moment hard to get spelen, schrijft mede-oprichter van Blendle Marten Blankesteijn.
Oogcontact
Alsof we met een buitenboordbeugel en een kop vol puisten het mooiste meisje van de klas probeerden te versieren – zo voelde het begin februari toen we op zoek waren naar een investeerder voor onze start-up Blendle. Onze bankrekening (gevoed met ons eigen spaargeld, wat subsidie en leningen) werd steeds leger, terwijl we eigenlijk nog veel meer mensen wilden aannemen om Blendle écht goed te maken. Onze site werkte op dat moment matig, we hadden amper gebruikers en of het ooit goed zou komen was zeer de vraag, aangezien wat wij doen nog nooit eerder geprobeerd was. Hoe vind je dan iemand die gek genoeg is om daar geld in te steken?
Alsof we met een buitenboordbeugel en een kop vol puisten het mooiste meisje van de klas probeerden te versieren – zo voelde het begin februari toen we op zoek waren naar een investeerder voor onze start-up Blendle. Onze bankrekening (gevoed met ons eigen spaargeld, wat subsidie en leningen) werd steeds leger, terwijl we eigenlijk nog veel meer mensen wilden aannemen om Blendle écht goed te maken. Onze site werkte op dat moment matig, we hadden amper gebruikers en of het ooit goed zou komen was zeer de vraag, aangezien wat wij doen nog nooit eerder geprobeerd was. Hoe vind je dan iemand die gek genoeg is om daar geld in te steken?
In Nederland zijn er relatief weinig bedrijven die durven te investeren in (risicovolle) start-ups. Al googlend en rondvragend vonden we er een paar, waar we ook op de koffie mochten komen, maar erg enthousiast werden ze niet van ons.
Dus toen dachten we: we gokken er maar op dat Blendle in de komende maanden een succes wordt, en dat het dan puistloos en met een fraai gebit wél lukt.
Eerste date
Toch kregen we onverwachts een date, omdat het meisje opeens naar ons toe kwam (wat in de kroeg véél te weinig gebeurt, dames). De Duitse uitgeverij Axel Springer, een heel innovatief miljardenbedrijf, had ergens een artikel over ons gelezen en vroeg of ze naar ons kantoortje mochten komen. En zo stonden er opeens drie belangrijke Duitsers bij ons op de stoep, die zelf begonnen over investeren.
Toch kregen we onverwachts een date, omdat het meisje opeens naar ons toe kwam (wat in de kroeg véél te weinig gebeurt, dames). De Duitse uitgeverij Axel Springer, een heel innovatief miljardenbedrijf, had ergens een artikel over ons gelezen en vroeg of ze naar ons kantoortje mochten komen. En zo stonden er opeens drie belangrijke Duitsers bij ons op de stoep, die zelf begonnen over investeren.
Ook bij The New York Times kwam het initiatief van hen. We waren in New York - dat dan weer wel - omdat we hun krant graag in Blendle wilden, maar opeens schoven tien mensen aan om over geld te praten. Tijdens die eerste dates probeerden we er vooral voor te zorgen dat de mooie meisjes onze verbazing niet merkten. Want:
Hard to get
„Vrouwen voelen zich het meest aangetrokken tot een man als ze niet kunnen inschatten of hij iets voor haar voelt”, ontdekten onderzoekers van de universiteiten van Harvard en Virginia. Dat was exact het advies dat een ervaren Nederlandse investeerder ons gaf over hoe je geld ophaalt. „Je gaat langs een paar investeerders, doet een heel goede pitch, en als ze dan doorvragen zeg je: sorry, maar we hebben nu geen geld nodig. Daarvan raken ze in de war. Een tijd later bel je ze dan weer om te vertellen dat je nu toch geld ophaalt, omdat er zoveel interesse is. Investeerders hebben last van fear of missing out. Als iedereen iets wil, dan willen zij het ook.”
„Vrouwen voelen zich het meest aangetrokken tot een man als ze niet kunnen inschatten of hij iets voor haar voelt”, ontdekten onderzoekers van de universiteiten van Harvard en Virginia. Dat was exact het advies dat een ervaren Nederlandse investeerder ons gaf over hoe je geld ophaalt. „Je gaat langs een paar investeerders, doet een heel goede pitch, en als ze dan doorvragen zeg je: sorry, maar we hebben nu geen geld nodig. Daarvan raken ze in de war. Een tijd later bel je ze dan weer om te vertellen dat je nu toch geld ophaalt, omdat er zoveel interesse is. Investeerders hebben last van fear of missing out. Als iedereen iets wil, dan willen zij het ook.”
Met de interesse van The New York Times en Axel Springer al op zak probeerden we deze tactiek uit bij buitenlandse venture capitalists die heel vroeg in bedrijven als Facebook, Twitter en Google hadden geïnvesteerd. De natte droom van elke tech-start-up dus. Dat ging heel aardig, maar uiteindelijk vonden we toch dat – hoe romantisch – The New York Times en Axel Springer beter bij ons pasten.
Verkering
Toen was het dus tijd voor een goed gesprek over waar onze verkering praktisch gezien op neer zou komen. En dan gaat het al snel over miljoenen en procenten.
Toen was het dus tijd voor een goed gesprek over waar onze verkering praktisch gezien op neer zou komen. En dan gaat het al snel over miljoenen en procenten.
Hoeveel geld we nodig zouden hebben berekenden we door een enorme spreadsheet te maken met alle inkomsten en kosten die we de komende twee jaar verwachtten. Onder de streep stond een verschil van 3 miljoen euro.
Hoeveel aandelen krijgt een investeerder daarvoor? Daar zijn geen regels voor, dus iedereen doet maar wat. Wij kwamen uit op een waarde van 13 miljoen. Oftewel 23 procent in ruil voor die 3 miljoen euro.
Maar er worden ook andere dingen besproken. Hoeveel macht krijgt de investeerder? Wat zijn de spelregels als het bedrijf ooit verkocht wordt? Voor ons was het bijvoorbeeld heel belangrijk dat wij volledig de baas bleven, en dat er geen raad van commissarissen kwam die ons zou controleren.
Deze hoofdlijnen worden opgeschreven in de term sheet. Zodra die ondertekend is mag je drie maanden niet meer met andere meisjes zoenen investeerders praten.
Deze hoofdlijnen worden opgeschreven in de term sheet. Zodra die ondertekend is mag je drie maanden niet meer met andere meisjes zoenen investeerders praten.
Privé detective
Voor investeerders is verkering niet genoeg: die willen zekerheid. Trouwen dus (al was het maar om zoveel mogelijk geld over te houden bij een scheiding – klinkt dat bekend?).
Voordat het zover is willen ze precies weten wat voor vlees ze in de kuip hebben. Er zijn maar weinig vrouwen die daar een privédetective voor inschakelen – waarvoor dank – maar zodra je serieus wordt met een investeerder komt er een heel leger op je af. Kloppen de cijfers, deugen de contracten, heb je netjes belasting betaald? „Die betaling van 3.415,86 euro van 16 november 2013, waarvoor was dat?”
Huwelijkse voorwaarden
Het werd steeds minder romantisch. Op een zeker moment hingen we rond middernacht aan de telefoon met zes advocaten om alle laatste details te regelen. Het uiteindelijke document bestaat uit 55 pagina’s. Omdat aan elke uitzondering moet worden gedacht is dit extreem tijdrovend, wat voor niemand leuk is behalve voor advocaten: de gezamenlijke advocatenrekening was hoger dan 100.000 euro.
Het werd steeds minder romantisch. Op een zeker moment hingen we rond middernacht aan de telefoon met zes advocaten om alle laatste details te regelen. Het uiteindelijke document bestaat uit 55 pagina’s. Omdat aan elke uitzondering moet worden gedacht is dit extreem tijdrovend, wat voor niemand leuk is behalve voor advocaten: de gezamenlijke advocatenrekening was hoger dan 100.000 euro.
Trouwdag
Bij investeringen geen ceremonies of feesten. We moesten gewoon naar een zaaddodend notariskantoor in Amsterdam-Zuid om heel veel handtekeningen te zetten, terwijl Axel Springer en The New York Times in hun eigen kantoren hetzelfde deden. Iets feestelijker werd het toen het geld daadwerkelijk werd overgemaakt – na dagenlang elk uur inloggen op internetbankieren stond er opeens écht 3.000.000 euro op. Axel Springer nodigde ons meteen uit in Berlijn om het te vieren met allerlei belangrijke mensen tijdens ontbijtjes, lunches en diners, en binnenkort gaan we ook nog op huwelijksreis naar New York. Nu hopen dat we elkaar over vijf jaar ook nog lief vinden.
Reacties
Een reactie posten