Hoe benutten we de innovatieve kracht van boeren en tuinders? (CoT uit de oude doos)
Dat was de vraag van Hans de Haan, projectleider en 'beleidsmedewerker' bij de grootste en rijkste boerenorganisatie ZLTO 8 maanden geleden. Op CoT ontstond vervolgens een ouderwetse discussie met uiteindelijk meer dan 200 reacties. Een paar dagen gelden weer op CoT Etwin Grootscholten,
Senior Adviseur Economie bij de provincie Zuid Holland & Greenports, stelde de volgende vraag "herstructurering en modernisering in de tuinbouwsector: hoe kunnen we eraan verdienen".
De essentie van al deze vragen is "hoe wordt een sector innovatiever?", maar wat mij vooral opvalt "hoe komt het dat zoveel mensen 'aan de randen' aan het 'zorgen' zijn voor waarschijnlijk niet al te beste ondernemers". Beste mensen, ondernemen is DOEN in de praktijk & sturen op impact. Jawel natuurlijk met visie, en in samenwerking met professionals en vooral met lef. Maar de ondernemers zijn echt zelf aan het stuur hoor! De omgeving mag faciliteren en moet de juiste randvoorwaarden creëren.
Vorige week zat ik in Maatstricht (TEFAF, Business Meeting) zelfde setting zelfde aanpak "ambtenaren die regie willen hebben op innovatie (en dat terwijl het om ordinaire vastgoedontwikkeling lijkt te gaan)***". Wat mijn enorm stoort is het volkomen gebrek aan kennis rondom innovatiebeleid en innovatiemanagement (wat werkt wel en wat werkt niet), en vooral de naïviteit die dat met zich meebrengt. Blauwe pakken dragende hoog opgeleide zeer beschaafde mannen (ik kom te weinig vrouwen tegen) met belangrijke posities die met het kennisniveau m.b.t. innovatiebeleid van een junior (a) zichzelf gaande weg aan opleiden zijn, (b) met te grote hoeveelheden gemeenschapsgeld mogen 'spelen'. Systeemkennis en ervaring is echter nodig, want de tijd van de grote ontwerpen is niet meer! En de rol van universiteiten is maar klein en wordt vreselijk overschat.
Innovatie is alleen maar een middel. Een (niet onbelangrijk) middel om de concurrentie kracht van een regio (ik spreek liever chauvinistisch van "ons Nederland") op langere termijn te behouden. Concurrentiekracht is nodig voor een duurzame bedrijfsvoering, en duurzame bedrijfsvoering is nodig om mensen een fatsoenlijke baan te kunnen laten houden. En banen, zorgen voor welvaart en sociale coherentie. Werk dus nu en in de toekomst daar het het wat mij betreft om. En innovatie is daartoe een 'middel' en nooit geen doel. En vastgoed stimuleert innovatie niet!
* lees ook dit stukje maar eens : De cirkel is rond, de middle man / tussenpersoon verdwijnt en we gaan weer terug naar de ambachten met hun gildesystemen.
** en als je gaat praten, besef dan dat dit soort professionals niet van lucht kan leven. De eerste keer is ter kennismaking, de tweede keer betaal je ze gewoon voor hun expertise.
*** onderstaande e-mail stuurde ik vorige week naar een lokale bestuurder:
Senior Adviseur Economie bij de provincie Zuid Holland & Greenports, stelde de volgende vraag "herstructurering en modernisering in de tuinbouwsector: hoe kunnen we eraan verdienen".
De essentie van al deze vragen is "hoe wordt een sector innovatiever?", maar wat mij vooral opvalt "hoe komt het dat zoveel mensen 'aan de randen' aan het 'zorgen' zijn voor waarschijnlijk niet al te beste ondernemers". Beste mensen, ondernemen is DOEN in de praktijk & sturen op impact. Jawel natuurlijk met visie, en in samenwerking met professionals en vooral met lef. Maar de ondernemers zijn echt zelf aan het stuur hoor! De omgeving mag faciliteren en moet de juiste randvoorwaarden creëren.
Vorige week zat ik in Maatstricht (TEFAF, Business Meeting) zelfde setting zelfde aanpak "ambtenaren die regie willen hebben op innovatie (en dat terwijl het om ordinaire vastgoedontwikkeling lijkt te gaan)***". Wat mijn enorm stoort is het volkomen gebrek aan kennis rondom innovatiebeleid en innovatiemanagement (wat werkt wel en wat werkt niet), en vooral de naïviteit die dat met zich meebrengt. Blauwe pakken dragende hoog opgeleide zeer beschaafde mannen (ik kom te weinig vrouwen tegen) met belangrijke posities die met het kennisniveau m.b.t. innovatiebeleid van een junior (a) zichzelf gaande weg aan opleiden zijn, (b) met te grote hoeveelheden gemeenschapsgeld mogen 'spelen'. Systeemkennis en ervaring is echter nodig, want de tijd van de grote ontwerpen is niet meer! En de rol van universiteiten is maar klein en wordt vreselijk overschat.
Innovatie is alleen maar een middel. Een (niet onbelangrijk) middel om de concurrentie kracht van een regio (ik spreek liever chauvinistisch van "ons Nederland") op langere termijn te behouden. Concurrentiekracht is nodig voor een duurzame bedrijfsvoering, en duurzame bedrijfsvoering is nodig om mensen een fatsoenlijke baan te kunnen laten houden. En banen, zorgen voor welvaart en sociale coherentie. Werk dus nu en in de toekomst daar het het wat mij betreft om. En innovatie is daartoe een 'middel' en nooit geen doel. En vastgoed stimuleert innovatie niet!
Hoe benutten we de innovatieve kracht van boeren en tuinders
Er lijkt echter 0-leereffect bij ambtenaren en beleidsmakers te zijn. Niet bij Den Haag, en niet bij de provincie. En al helemaal niet bij lokale bestuurders. Verder dan 'gouden driehoek' gebrabbel of 'kenniseconomie is belangrijk (sic!)' komt men vaak niet. Gewoon om moedeloos van te worden. Mijn advies is daarom simpel: gaan eens praten met ervaren 'outsiders' zoals Jan Wouter Vasbinder (en link2) of Harold van Garderen. Ga eens praten met ervaren serie-ondernemers zoals Bert Tournois, of VC-experts Henny Van der Pluijm (allemaal zijn ze volksprofessoren in hun eigen vak)**. Mijn innovatie-beleid tips zijn overigens na te lezen op mijn blog. Een samenvatting die het lezen waard is staat bijvoorbeeld hier.
View more documents from Wouter de Heij
* lees ook dit stukje maar eens : De cirkel is rond, de middle man / tussenpersoon verdwijnt en we gaan weer terug naar de ambachten met hun gildesystemen.
** en als je gaat praten, besef dan dat dit soort professionals niet van lucht kan leven. De eerste keer is ter kennismaking, de tweede keer betaal je ze gewoon voor hun expertise.
*** onderstaande e-mail stuurde ik vorige week naar een lokale bestuurder:
Beste YYYY, XXX, cc ZZZZ
Bedankt voor jullie vriendelijke ontvangst en de kennismaking. Op de terugweg hebben WWW en ikzelf nog wat zitten praten over ZZZZ in relatie tot andere regio's. Een paar van onze gedachten willen we graag delen. Zoals jullie wellicht hebben gemerkt tijdens ons gesprek heb ik niet de neiging op een blad voor mijn mond te nemen. Ik hoop dat in deze e-mail ook voldoende wordt gewaardeerd.
Achtergrond:
Wij (de TDI groep met Holland Food Ventures en TOP als ankers binnen Food) hebben een vrij goed zicht op de ambities van de verschillende foodregio's in Nederland. Met foodregio's bedoel ik Wageningen en omgeving, Venlo en omgeving, Helmond en omgeving, Veghel en omgeving, Zaandam en omgeving etc. Onze bedrijvengroep zit voor een gedeelte in Food Valley. De stichting Food Valley heeft naar mijn beleving de neiging de Wageningen regio vanwege de universiteit Wageningen zich wat groter voor te stellen dan terecht is. Dit terwijl er vrijwel geen verwerkende industrie zit. QQQ hoeft zich door de aanwezigheid van een paar grote spelers zoals bijvoorbeeld XXX, RRRR en TTTT zeker niet te schamen. Zo hebben we het idee dat elke food-regio zijn eigen accenten zou kunnen leggen. En vanuit die lokale identiteit de verbinding kunnen maken met de andere regio's.
De food-regio's in perspectief (wel een beetje zwart-wit)
Als je van een afstandje -ik zit nu in Spanje, en heb dus letterlijk ook afstand- kijkt naar Nederland en de verschillen in Nederland bewust wat aanzet, dan zou je over de verschillende regio's het volgende kunnen zeggen:
Zoals ik al aangaf vind ik het zelf van belang dat we meer vanuit de kracht van Nederland gaan kijken (en dan Nederland als 'Holland" goed in Europa en de rest van de wereld positioneren), en ben dan ook van mening dat de discussie op de vierkante-kilometer minder zinvol is. Als snap ik ook goed dat er lokale belangen en ambities zijn. Als ik daarom inzoom op Brabant, dan valt me op dat er twee kampen lijken te zijn (a) de vijf-sterren regio, (b) brainpoort.
- Zaanstad : graan en bakkerijproducten, chocolade, koffie en thee (eigenlijk verwerking op basis van geïmporteerde agro-commodoties).
- Wageningen : primair focus op kennis en onderzoek, geen productie. Wel de nodige hightech startups.
- Venlo : vooral logistiek, veel AGF onbewerkt. Weinig verwerkende industrie. Wel ambitieus, maar sterk vanuit 'provincie'.
- Zeeland : vooral handel in vis en schaaldierproducten. Daarnaast wat 'bijzondere' gewassen.
- Oss : vleesverwerking, medisch (maar dan wel in de praktijk, ontwikkeling en product van medicijnen), eiwitten in zijn algemeenheid.
- Helmond : machinebouw, productietechnologie, erg gericht op ondernemers in de praktijk, no-nonsense.
- Groningen : sterkte focus op suiker, granen, koolhydraten. Gericht op academisch onderzoek. Doen is gericht op bedrijven zoals AVEBE en Suikerunie/CSM.
- Maastricht : vooral voedingsmedisch en medische, vooral op academische onderzoeks-niveau. Weinig praktijk-ervaring, minder ondernemend. Daarnaast is er een duidelijke link naar DSM en de (fijn) chemische industrie
- Veghel: naast feed, vooral gericht op complexe consumentenproducten (lekker, snacks, complex) en handel. Meer feeling op 'de consument' dan andere regio's waar de focus vaak ligt op 'productie'.
- Flevoland : focus op vollegronds agroproducten, weinig verwerkende industrie. Wel een levende 'vitale' regio met een jonge bevolking en pioniers geest.
- etc. etc.
Vastgoed lijkt een te leidende factor bij ontwikkeling.
Ik werk ook een beetje voor Food Nutrition Delta (het overkoepelende innovatie en stimmuleringsprogramma vanuit het Ministerie). Via het nieuwe topsector team, lijkt de lijn te gaan worden : 1) onderzoek en ontwikkeling (voornamelijk via best-buy / level-playing field) landelijk (dus via het ministerie) en 2) valorisatie (ik noem dat gewoon goed vernieuwend & duurzaam ondernemerschap) via de regio. Wat mij betreft spelen vooral de middelgrote stads-regio's daarbij (vanwege wat ik noem 'de menselijk maat') een rol.
Wij beginnen ook een beetje door te krijgen dat veel dezelfde mechanismen in regio's terug te zien zijn. Laat ik een paar voorbeelden noemen:
Door dit alles krijg ik vaak een akelig gevoel en stel mezelf maar 1 vraag "waar zijn de ondernemers die consumenten willen blij maken met nieuwe lekkere, gezonde gemaksproducten?". Uiteindelijk draait het om de consument en de toegevoegde waarde. Kostenreducties, pure handel, etc. zijn hygiëne factoren geworden. Daar kan je echt het verschil als bedrijf niet meer mee maken. Vooral niet op een tijdschaal van 5 to 10 jaar en langer.
- de sterkte nadruk op vastgoed ontwikkeling (lees industrieterreinen vullen, of verhuren van mooie panden).
- de gedachte 'bij ons is food uniek'. Minder goed zicht op de werkelijke kracht en zwakte van een regio.
- gebrek aan 'zien' hoe de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende regio's zijn. Weinig overeenstemming en samenwerking.
- sterk geïnitieerd vanuit een lokale overheid of provincie. Maar spijtig genoeg ook met weinig 'visie'.
- gericht op de bestaande lokale spelers en weinig vernieuwende gedachten waarbij de tijdshorizon 10 to 20 jaar is (daarvoor is het vooral nodg om heel goed te weten (eigenlijk moet ik zeggen te 'zien') hoe de wereld aan het veranderen is.
- men begin meer en meer te praten over ondernemerschap en valorisatie. Maar de 'modellen' waarin wordt gedacht zijn erg ouderwets: (a) we hebben kennisinstellingen nodig, (b) we zetten een bedrijfsverzamelgebouw neer of een experience centre, etc.
- veel marketing, mooie folders, weinig inhoudelijke expertise rondom het 'eetsysteem' (ook wel voedselsysteem genoemd).
- veel regio's leggen veel te veel de nadruk op kennis en kenniswerkers. Mijn ervaring is inmiddels: de houdbaarheid van kennis is erg kort. Zet je kennis niet om in actie / DOEN in de praktijk dan heeft kennis geen waarde en dan kost het zelfs geld. Moderne ondernemers weten hoe je de laatste kennis moet gebruiken in de praktijk. En ouderwetse onderzoekers denken nog dat onderzoek en kennis de belangrijkste factoren zijn ;-(
RRRRR zou -mits met een juiste aansluiting bij XXXXX, EEEE en QQQ- WEL focus op de 'consument' kunnen gaan leggen. Specifiek RRRRR (complexe voedselproductie gericht op consumentenbelang) en XXXX (productietechnologie, het kunnen maken) zouden samen het voortouw kunnen nemen. De regio's liggen dicht bij elkaar en hebben een vergelijkbare schaalgrootte.
Waar gaat het naar toe in de voeding?
Alle signalen tonen aan dat annonieme bulkproducten (ook als ze nog goedkoper zouden worden) niet het verschil gaan maken. In Nederland is er een grote discussie over megastallen. En als het zo doorgaat komt zelfs de tuinders-wereld onder vuur (vorig jaar al even EHEC). Kortom, het maatschappelijke draagvlak kalvert af. Daarnaast is er een trend naar 'verbijzondering' en 'betekenis'. Duurzame trends zijn en blijven gemak+gezond+lekker. Duurzaamheid, lage kostprijs, en voedselveiligheid zijn niet meer en minder hygiëne factoren. Hieraan moet elke producent straks voldoen. De annonieme bulkproducten groeien niet meer en Nederland exporteert al 70 tot 80% van al het voedsel. Lagere prijzen van bijvoorbeeld groente en fruit zijn alleen te behalen in oost en zuid europa. De gemiddelde Nederlander geeft nu maar 12-15% van zijn inkomen uit aan voedsel; goedkoper is GEEN consumentendriver meer (dit schrijf ik ondanks dat er wellicht weer een prijserosieslag komt in de Supers).
Innovatie: kunnen bewegen en snel inspelen als constante factor.
Als je het eens zou zijn met deze grotere megatrends dan kan je maar 1 ding concluderen: bedrijven die veel en vaak met nieuwe productintroducties komen (en dus de vaardigheid hebben om dat te realiseren) dat zijn blijvers. Denk aan Apple die ELK JAAR met een nieuwe iphone komt, en elke 3 jaar een volledige nieuwe product-categorie kan neerzetten. In de voeding is de groeisector de komende jaren: fresh-convenience en near-fresh MITS lekker en gezond. Snel kunnen schakelen vraagt om fabrieken en technologie die niet groot en effecient is, maar juist om fabrieken en technologie die klein en flexibel is. Daarnaast vraagt het om
Samengevat: DOEN in de praktijk, Innovatie als constant factor, gemak+lekker+gezond veel en snellere introducties. Betekenis (= focus op latente consumentenbehoeftes) geven.
En dus NIET: focus op verbulking, de p van productie alleen. kostprijsverlaging, academische of toegepast onderzoek (wat synoniem is aan het produceren van veel rapporten).
Ik heb nog niet gesproken met RRRRRRR, maar denk wel dat hij achter deze visie staat en dat ook hij kansen ziet om de lijn RRRRR-WWWWW (met steun vanuit YYYYY (wetenschap), CCCCC (grondstoffen, logistiek, TTTT (voeding en gezondheid), etc.) als knooppunt te positioneren rondom dit specifieke thema. Ik weet zeker dat we met een klein maar ondernemers gestuurd team hier snel een nog duidelijkere visie voor kunnen zetten. En dan binnen een half jaar ook tot concrete implementaties te komen. Ook hierover hebben we een heel duidelijke beeld (waaronder : proefproductiefabriek voor complexe voedselproducten).
Mijn vader is een van de 20 ingenieurs die gewerkt heeft aan het bedenken en realiseren van Almere in de Flevopolder, een gebiedsontwikkelaar ben ik niet, wel heb ik een tik-van-de-molen gekregen. Groot denken en visie hebben is enorm belangrijk bij gebiedsontwikkeling. De tijd van 'het grote ontwerp' is spijtig genoeg echter voorbij, maar regio's kunnen zichzelf echt heruitvinden en opnieuw gereed maken voor de toekomst. Gereed maken betekent juist relatieve outsiders een stukje van het stuur geven; pas dan komt een systeem in beweging en zal dat resulteren in duurzame gebiedsontwikkeling.
Mits er voldoende draagvlak is vanuit de ondernemers en de gemeente/provincie en de Rabobank+ABNAMRO willen we best wel wat initiatief nemen rondom bovenstaande. Hoe kijken jullie hier tegenaan?
Met vriendelijke groet,
Wouter de Heij
Een gerecht is een samenspel van componenten die vaak weer bestaan uit andere componenten. Deze voedsel-configuraties staan vrijwel niet ter discussie terwijl het best wel eens zou kunnen zijn dat er veel meer te standaardiseren is dan we nu kunnen bedenken met als positieve uitkomst dat er een sterk verminderde afhankelijkheid ontstaat ten aanzien van de bouwstenen die nu een rol spelen in de gerechten-keten. Een sterk verminderde afhankelijkheid van schaarse grondstoffen opent de mogelijkheid voor zelf-voorziening en vemindert de noodzaak om van hot naar her van alles te gaan transporteeren.
BeantwoordenVerwijderen