Niet goed. Technologie ontwikkeling niet verwarren met het doen van fundamenteel onderzoek. Dit keer TU-Delft.
Niet insiders vinden vaak dat universiteiten zich met maatschappelijke thema’s moeten bezig houden, producten ontwikkelen en technologie moeten ontwikkelen. Nu, ik kijk met grote zorg naar deze verkeerder houding. Universiteiten hebben twee belangrijke doelen. Het opleiden van jonge talenten, en het opleiden van onderzoekers (zg. Phd of te wel AIO projecten). Het doen van fundamenteel onderzoek tijdens afstuderen of tijdens een promotie traject heeft niet als doel het onderzoeksresultaat zelf, maar juist het trainen van jong talent in het doen van goed fundamenteel onderzoek.
Goed fundamenteel onderzoek richt zich op kennisontwikkeling en begrip, en NIET op het (door)ontwikkelen van technologie, het ontwikkelen van producten, het opschalen van lab-scale systemen. Dit zijn taken voor private (Engineering) bedrijven. Zo gauw overheidsinstellingen zich hier aan wagen, stoppen deze bedrijven gewoon. Wie wil er immers in competitie geraken met een overheidsdienst? En bedrijven die echt innoveren, maken juist producten die daarna ook verkocht kunnen worden, een beetje voorsprong voor die bedrijven is daarbij wenselijk. Commissie Cohen dus (1998).
Voor het zuivere op vernieuwend inzicht gerichte fundamenteel onderzoek is ‘tech-ontwikkeling’ ook een bedreiging. Budgetten zijn immers schaars, en geld dat besteed wordt aan de ontwikkeling van een super-bus (duur!) kan niet meer besteed worden aan fundamenteel onderzoek.
Ik ben een groot voorstander van fundamenteel onderzoek, en ik vind dat universiteiten een groter budget zouden moeten krijgen voor het doen van dit fundamentele onderzoek (met als uiteindelijk doel dus : opleiding van jong talent). Het resultaat van fundamenteel onderzoek is een rapport, een scientific paper, een poster of een model (code) en bij voorkeur wordt dit gewoon het publieke domein gebracht. Misschien niet zo sexy, maar zo hoort het niet anders.
Een voorbeeld. Mijn geliefde TU-Delft houdt zicht bezig met Hyperloop-Pods. Dit is klassieke werktuigbouw (aka ontwikkeling). Waar ligt hier de fundamenteel onderzoeksvraag? Maar mijn geliefde TU-Delft houdt zich ook bezig met ontwikkeling van exoskeleten (zie filmpje 1, via een stichting dat wel). Het doel lijkt zeer nobel. Maar wat zijn hier nu de fundamentele onderzoeksvragen, waar zijn de publicaties, en welke nieuwe kennis levert dit op?
Voor de Hyperloop-pod geldt dat Tesla zelf voorop loopt. En voor het exoskelet geldt dat er al een Amerikaan bedrijf (SuitX) is dat deze producten op de markt heeft (filmpje 2). Jammer dus. Nederlands gemeenschapsgeld wordt niet ingezet voor fundamenteel onderzoek. Een stichting heeft geen zakelijke model, en hoe groot is de kans dat het echte werk -ontwikkeling tot een verkoopbaar product- uitgevoerd kan gaan worden in Nederland? Ik denk nu 0.
Het is de dubbele tragiek van de BV nederland. Wel initiëren, maar niet kunnen doorrollen. Die eeuwige Valley of Death. Het doorrollen kost het echte geld (en dat is er niet) en daar zit o.a. de werkgelegenheid op langere termijn. Geen ondernemer die gewoon een bedrijf met bijbehorende werkgelegenheid op basis van een technologie-innovatie gaat maken.
En tragiek is dat schaars geld voor onderzoek is ingezet daar waar het niet voor bedoeld is. Studenten leren niet ondernemer, en niet wat er bij diepgaand onderzoek komt kijken. Universiteiten vervallen tot praktische HBO instellingen. Fout! Mensen, zo gaat het niet werken in de BV Nederland. Mensen laten we stoppen met het stimuleren van universiteiten om ‘ontwikkeling’ te doen. En stop ook maar gelijk met PPS constructies.
PS voor een ieder werkzaam in voedsel: de ontwikkeling van voedselproducten is toegepaste ontwikkeling en is per definitie geen taak van een universiteit. Mijn collega Astrid gaf dit vanmiddag nog als tip aan haar collega’s.
PPS lees ook mijn tips maar rondom een goed innovatiebeleid.
Reacties
Een reactie posten