Tinkebell - SAVE OUR CHILDREN : De (ruw)fosfaat case is helemaal te vergelijken met de aardolie(case). Laten we daar dus nu alvast van gaan leren!
Wij leven in het penthouse van de piramide van Maslow, en in dit penthouse hebben we het voor elkaar gekregen dat eten goedkoper is dan ooit. Wellicht zelfs veel te goedkoop, we gooien immers veel weg (tot 40%) en echt duurzaam is dat dus niet. We halen tevens aardolie uit de grond voor onze energiebehoeftes, en om op grote schaal voedsel te produceren extraheren (= mijnbouw) we tevens op grote schaal ruw-fosfaat dat daarna wordt omgezet in kunstmest. Food-waste en de roep om biobrandstoffen vind ik daarom vreselijk. De mondiaal grootste uitdagingen zijn 1) teveel mensen, 2) teveel gebruik van energie/olie/gas, 3) beschikbaarheid van schoon drink- en irrigatiewater, 4) beschikbare landbouwgrond, 5) tekort aan fosfaat/kunstmest. Versie 4 van deze powerpoint is inmiddels door bijna 2000 personen bekeken.
Een eerste analogie tussen aardolie en ruw-fosfaat is als volgt: Olie kan je beter omzetten in plastic dan te verbranden t.b.v. verwarmingen of transport (= auto’s). En je kunt beter zonlicht (panelen), wind en getijden gebruiken als nieuwe duurzame energiebronnen. Analoog aan deze energie-case kan je stellen dat de voorraden ruw-fosfaat die wereldwijd aanwezig beter ingezet kunnen worden om eten voor alle mensen op aarde van te maken dan brandstoffen. En we zouden vooral eerst alle mest van mensen en dieren zo snel mogelijk weer terug het land op moeten brengen.
Er is een tweede analogie te maken te maken rondom ‘ons collectieve mondiale verbruik’. Naarmate we meer mensen op deze aarde hebben en de bevolking dus groeit, en deze mensen gemiddeld per persoon ook meer consumeren en het aardolie- of fosfaatverbruik per consumptie ook toeneemt, nemen de problemen (exponentieel) toe. Met mijn lieve vriendin Katinka maakten we een paar jaar geleden niet voor niets de film “Save Our Children” waarin ook de groei van de wereldbevolking indirect aan de kaak werd gesteld. Spijtig genoeg is op de korte termijn aardolie en gas (te) goedkoop, en is kunstmest ook (veel te) goedkoop. Het resultaat is dat zowel de energie-transitie als de fosfaat-transitie traag verlopen. Daarom denk ik dat in de 6th Kondratieff Wave het onze uitdaging wordt om niet meer afhankelijk te zijn van kunstmest of benzine.
Energie:
Voedsel:
Nu zijn er voldoende mensen – vaak rechts in het politieke spectrum – die zullen zeggen “Je verhaal klopt niet helemaal!” of “Ik zie nu zelf nog geen probleem, dus waarom nu wel alvast gaan handelen?” of “Elke volgende generatie heeft recht op zijn eigen problemen en onze kinderen mogen hun eigen problemen oplossen”. Of het nu komt door mijn opvoeding of niet, door mijn opleiding aan de TU Delf of niet: ik vind dat we de morele plicht hebben om nu te (gaan) handelen. En ik vind dat we de morele plicht hebben om niet teveel ‘rekeningen’ naar toekomstige generaties door te schuiven. Niet voor niets ben ik in mijn politiek denken ‘groen-rechts’. Ik ben behoorlijk liberaal en pro-vrij markt denken, maar als het op duurzaamheid of milieu of de toekomst van onze aarde aankomt vind ik dat we het voorzorgsprincipe moeten hanteren.
Mensen die net zoals ik denken willen dus ‘iets doen’. Natuurlijk begint een beter milieu bij jezelf, kortom met lifestyle aanpassingen. Maar dat gaat collectief niet voldoende zijn. Ik ben daarom van mening dat juist hierin een grote taak voor onze politiek ligt. En de oplossingen zijn vrijwel altijd financiële instrumenten. Door de bron duurder te maken (lees kunstmest te belasten, net zoals aardolie) of de alternatieven goedkoper (bijvoorbeeld digistaat hergebruik uit een mest-vergister te subsidiëren). En ook denk ik dat de ontwikkeling van nieuwe ‘efficiency-technologie’ gestimuleerd kan worden. Hiervoor zijn ook subsidies van overheden EN investeringskapitaal van fondsen nodig.
Ik heb een stukje in de maak met daarin een opsomming van alle (beleids)maatregelen om een duurzame fosfaat toekomst te creëren.
Ten slotte, ik schrijf ook regelmatig over ons innovatiebeleid. Innovatiebeleid dient ten doel te hebben dat op langere termijn er voldoende werkgelegenheid is bij bedrijven en organisaties in Nederland. Deze toekomstige bedrijven concurreren op een mondiale markt en hun producten en diensten zullen gewild moeten zijn. Platte handel – NL alleen als doorvoerland – brengt niet de toegevoegde waarde die nodig zal zijn. Zelf produceren en onze eigen technologie gebruiken is daarom een eerste stap. Nederland(se overheid) als ‘launching customer’ is een prima start. Maar nog beter is het als we verdienmodellen verzinnen waarbij technologie (lees machines, software en hoogwaardige kennisdiensten) de basis gaat vormen. Mijn advies richting politiek Den Haag is daarom: zet in op de fosfaat-transitie en zet vooral in op fosfaat-technologie. Dit is een onderwerp dat op de kaart gezet moet en kan worden. Mochten er nieuwe topsectoren bedacht gaan worden – ben ik overigens tegen – dan zou er geen energie-topsector of water-topsector maar juist een fosfaat-topsector opgericht moeten worden.
Een eerste analogie tussen aardolie en ruw-fosfaat is als volgt: Olie kan je beter omzetten in plastic dan te verbranden t.b.v. verwarmingen of transport (= auto’s). En je kunt beter zonlicht (panelen), wind en getijden gebruiken als nieuwe duurzame energiebronnen. Analoog aan deze energie-case kan je stellen dat de voorraden ruw-fosfaat die wereldwijd aanwezig beter ingezet kunnen worden om eten voor alle mensen op aarde van te maken dan brandstoffen. En we zouden vooral eerst alle mest van mensen en dieren zo snel mogelijk weer terug het land op moeten brengen.
Er is een tweede analogie te maken te maken rondom ‘ons collectieve mondiale verbruik’. Naarmate we meer mensen op deze aarde hebben en de bevolking dus groeit, en deze mensen gemiddeld per persoon ook meer consumeren en het aardolie- of fosfaatverbruik per consumptie ook toeneemt, nemen de problemen (exponentieel) toe. Met mijn lieve vriendin Katinka maakten we een paar jaar geleden niet voor niets de film “Save Our Children” waarin ook de groei van de wereldbevolking indirect aan de kaak werd gesteld. Spijtig genoeg is op de korte termijn aardolie en gas (te) goedkoop, en is kunstmest ook (veel te) goedkoop. Het resultaat is dat zowel de energie-transitie als de fosfaat-transitie traag verlopen. Daarom denk ik dat in de 6th Kondratieff Wave het onze uitdaging wordt om niet meer afhankelijk te zijn van kunstmest of benzine.
Energie:
- Bron: aardolie, kolen en aardgas.
- Peak: 2020-2030.
- Belangrijke producenten: Midden-Oosten, Rusland, Noorwegen, …
- Belangrijke gebruikers: Europa, Amerika, China.
- Medium/transportvorm: benzine, diesel, kerosine, elektriciteit en waterstof.
- Doel: transport/vervoer, verwarmen, technologische processen, verlichting.
- Alternatieve bronnen: wind, zon, getijden, … , ….
- Efficiency verbeteren: LED, elektrische auto’s, betere isolatie, elektrificeren, accu’s, … , …
Voedsel:
- Bron: (ruw)fosfaat,
- Peak: 2040-2050.
- Belangrijke producenten: Marokko,
- Belangrijke gebruikers: Europa, Amerika, China.
- Medium/transportvorm: mest van dieren, kunstmest, strufiet,
- Doel: planten kunnen maken voor mensen en productiedieren.
- Alternatieve bronnen: algen en wieren uit zee, vergisting van reststromen, humane mest inzetten, … , ...
- Efficiency verbeteren: minder vlees eten, vleesvervangers, minder eten verspillen, biocascadering, … , …
Nu zijn er voldoende mensen – vaak rechts in het politieke spectrum – die zullen zeggen “Je verhaal klopt niet helemaal!” of “Ik zie nu zelf nog geen probleem, dus waarom nu wel alvast gaan handelen?” of “Elke volgende generatie heeft recht op zijn eigen problemen en onze kinderen mogen hun eigen problemen oplossen”. Of het nu komt door mijn opvoeding of niet, door mijn opleiding aan de TU Delf of niet: ik vind dat we de morele plicht hebben om nu te (gaan) handelen. En ik vind dat we de morele plicht hebben om niet teveel ‘rekeningen’ naar toekomstige generaties door te schuiven. Niet voor niets ben ik in mijn politiek denken ‘groen-rechts’. Ik ben behoorlijk liberaal en pro-vrij markt denken, maar als het op duurzaamheid of milieu of de toekomst van onze aarde aankomt vind ik dat we het voorzorgsprincipe moeten hanteren.
Mensen die net zoals ik denken willen dus ‘iets doen’. Natuurlijk begint een beter milieu bij jezelf, kortom met lifestyle aanpassingen. Maar dat gaat collectief niet voldoende zijn. Ik ben daarom van mening dat juist hierin een grote taak voor onze politiek ligt. En de oplossingen zijn vrijwel altijd financiële instrumenten. Door de bron duurder te maken (lees kunstmest te belasten, net zoals aardolie) of de alternatieven goedkoper (bijvoorbeeld digistaat hergebruik uit een mest-vergister te subsidiëren). En ook denk ik dat de ontwikkeling van nieuwe ‘efficiency-technologie’ gestimuleerd kan worden. Hiervoor zijn ook subsidies van overheden EN investeringskapitaal van fondsen nodig.
Ik heb een stukje in de maak met daarin een opsomming van alle (beleids)maatregelen om een duurzame fosfaat toekomst te creëren.
Ten slotte, ik schrijf ook regelmatig over ons innovatiebeleid. Innovatiebeleid dient ten doel te hebben dat op langere termijn er voldoende werkgelegenheid is bij bedrijven en organisaties in Nederland. Deze toekomstige bedrijven concurreren op een mondiale markt en hun producten en diensten zullen gewild moeten zijn. Platte handel – NL alleen als doorvoerland – brengt niet de toegevoegde waarde die nodig zal zijn. Zelf produceren en onze eigen technologie gebruiken is daarom een eerste stap. Nederland(se overheid) als ‘launching customer’ is een prima start. Maar nog beter is het als we verdienmodellen verzinnen waarbij technologie (lees machines, software en hoogwaardige kennisdiensten) de basis gaat vormen. Mijn advies richting politiek Den Haag is daarom: zet in op de fosfaat-transitie en zet vooral in op fosfaat-technologie. Dit is een onderwerp dat op de kaart gezet moet en kan worden. Mochten er nieuwe topsectoren bedacht gaan worden – ben ik overigens tegen – dan zou er geen energie-topsector of water-topsector maar juist een fosfaat-topsector opgericht moeten worden.
Reacties
Een reactie posten